Bohemen - 26 juni 1914
Věra voelde zich zich gelukkig en voldaan en lag met toegeknepen ogen te rusten onder de oude kersenboom. De kroon van de Hedelfinger Riesenkirche was gevuld met grote groene ovale bladeren en verschafte haar voldoende schaduw om uit de zon te kunnen blijven maar desondanks viel het scherpe licht soms tussen het loof door op haar albasten huid. Van moeder had ze een handje vol dieprode kersen gekregen als beloning voor haar hulp bij het plukken. De rest van de oogst was op de zware Russische kristallen fruitschaal belandt, die moeder in het midden van de keukentafel had gezet. Het lange witte lint dat de mooie pijpenkrullen van Věra bij elkaar hield, lag net als haar blonde haar, uitééngespreid op het groen van het met zorg onderhouden grasveld. Věra was verrukt van deze tuin en kon intens genieten van de mengeling van geuren die de fruitbomen, het gras en de bloemen in het perk verspreiden. Regelmatig hielp ze, als ze niet naar school was, uit een soort van vanzelfsprekendheid haar moeder mee om het hof achter de grote brede woning op orde te houden, het fruit te plukken en soms de losgeraakte houten staken uit de erfafscheiding, naar vermogen van een tienjarige, weer opnieuw vast te zetten. Nog liever dan dat zat ze met haar moeder in de middag op de veranda voor het huis thee te drinken. Ze hield van het uitzicht op het bed met veldbloemen dat de rij plankieren van de houten veranda scheidde van de immer stoffige straat. Mevrouw Dreher en zij keuvelden dan over alles en nog wat dat zo'n pienter meisje als Věra zo dagelijks bezig houdt. De gesprekjes met haar moeder verliepen steevast in een ontspannen en gemoedelijke sfeer. Gistermiddag toen ze ook samen thee hadden gedronken, had Věra haar moeder verteld over de prachtige tuinen van Konpischt, die toebehoren aan Aartshertog Franz Ferdinand. De meester had aan de kinderen in de klas verteld dat de directe omgeving van het slot bestaat uit adembenemende mooie parken met obelisken, fonteinen, beelden en prachtige rozentuinen, waarvan de laatsten nog maar onlangs gereed waren gekomen. Ook was er naar de laatste mode van de aristocratie een fraaie Engelse tuin aangelegd. Oh, wat zou Věra daar in Benešov graag eens een kijkje willen gaan nemen en in gedachte zag zij zichzelf al huppelend en spelend door de rozentuinen rennen, de panden van haar linnen zomerjurkje en de linten in haar haar, licht beroerd door een zomerse bries, wapperend achter haar aan. Moeder had er genoegelijk om moeten lachen, wat kon haar dochter toch vurig en verrukt vertellen. Vera had enthousiast geroepen: Rozen, dat zijn toch echt mijn lievelingsbloemen, hoor Mam!
De meester had de kinderen eveneens vertelt over de liefde voor de jacht die de Habsburger Aartshertog in de loop der jaren had ontwikkeld en die hij, als de gelegenheid zich voordeed, met zijn vrienden beoefende. Keizer Wilhelm van Duitsland was eerder deze zomer nog op het slot Konpischt te gast geweest om samen met Franz Ferdinand deel te nemen aan de jachtpartijen die er werden gehouden. De troonopvolger en de Duitse keizer waren goede vrienden van elkaar en met de jachtpartijen bezegelden ze hun wederzijdse genegenheid. Gezeten vanuit hun stoel in de bosrand lieten ze het wild door de bedienden bijeen drijven, om er vervolgens op te gaan schieten met hun dubbelloops geweren, die voor ieder schot al van munitie waren voorzien door de meegebrachte lagere officieren, die ook het gevallen wild uit het veld bijéén haalden maar bovenal volledig konden worden vertrouwd. Věra kon, met haar nog kinderlijke verbeeldingskracht, echt genieten van al die prachtige verhalen over het leven aan het hof en bij de hogere adel en zij fantaseerde dan dat ze er zelf deel vanuit maakte en ook kon beschikken over het meest nieuwerwetse speelgoed, de prachtigste jurken en natuurlijk de onbeperkte toegang tot de fraaie rozen- en beeldentuinen.
Het leven van Věra in het kleine Boheemse stadje was tot nu toe erg onbezorgd geweest. De familie Dreher staat in goed aanzien doordat Antonin, haar vader, een gewichtige functie bekleed in dienst van het keizerrijk. Zijn vrouw, Anna heeft allereerst de zorg over Věra en de huishouding, voorziet het gezin van een dagelijks maal en schiet daarnaast de Pharrer regelmatig te hulp door hem, met nog een aantal andere vrouwen van de gebedsgemeenschap, te assisteren bij de organisatie van de jaarlijkse Maria-bedevaart, die ook dit jaar weer onlangs in hun stadje heeft plaatsgevonden. De processie te voet begint altijd al heel vroeg op de zondagochtend, waarna om tien uur de dienst volgt in de grote kathedraal en het geheel traditioneel afgesloten wordt met liederen gezongen door het koor waar Vader Antonin eveneens deel vanuit maakt. Věra weet hem altijd, naar haar volste overtuiging, aan zijn donkere diepe stem, uit de veelstemmigheid van het koor te herkennen. Bijzonder was het toen het mannenkoor samen met de dames, maar wel met afzonderlijke partijen binnen de partituur, het wonderschone "Ave Verum Corpus" ten gehore bracht. Stilletjes zingt Věra de Latijnse woorden mee over hoe de enig geboren zoon van de Heilige maagd Maria, zijn leven voor ons heeft gegeven aan het kruis. Het koor en de prachtige liederen die er gezongen worden maken iedere keer weer een enorm diepe indruk op haar. Als ze dan na afloop, aan de hand van haar moeder, de kerk verlaat is er een diepe stilte in haar gevaren en pas na een poosje is ze dan weer in staat om haar van God gekregen enthousiasme aan de wereld om haar heen te tonen, zó beduusd is zij van de overweldigende impressie die er in de kerk over haar heen gevallen is.
Vanochtend, van achter uit de tuin, maakte het lawaai van potten, pannen en deksels Věra er opmerkzaam op dat haar moeder het middagmaal aan het bereiden was in de keuken. Bovendien ontsteeg de heerlijke geur van het varkensvlees de woning en kwam in vlagen aan de neus van Věra voorbij. Wat eten we straks, mamma? had Věra geroepen terwijl ze naar binnen was gelopen om zelf te kunnen beobachten wat haar moeder allemaal voor een lekkers aan het bereiden was. Haar vraag bleek strikt overbodig want toen ze ontdekte dat Anna Dreher bezig was om geroosterde varkenspoot (Pečené vepřové koleno) te maken, slaakte Věra een kreet van verrukking. Ze was dol op de zoetige smaak van het malse geroosterde vlees dat nog aan het bot van het zwijnengewricht verbonden zat. Aan tafel kon je dan zo heerlijk onbehouwen het met mierikswortel en mosterd verrijkte vlees van het bot afkluiven, waarbij het lobbige vet vermengd met het drabbige vleessap soms letterlijk van je kin afdruipt. Tja, het leven was gemoedelijk in het kleine Boheemse stadje en niets wees nog op het naderende onheil dat spoedig over Europa heen zou dalen.
preview van een deel uit het eerste Hoofdstuk van mijn meerjarig schrijfproject
zondag 28 juli 2013
Abonneren op:
Posts (Atom)