zondag 3 februari 2013

Filosofie

De laatste tijd houd ik mij, om tegenwicht te bieden aan de wereld van de cijfers en de statistieken, bij tijd en wijle iets meer bezig met de vraag achter de vraag ten aanzien van de meer fundamentele onderwerpen, die vanuit mijn perceptie een antwoord behoeven. Het betreft hierbij hoofdzakelijk onderwerpen over zingeving en dus vooral gelegen op het levensbeschouwelijke vlak. Dat klinkt zwaar en in combinatie met mijn onlangs gepubliceerde blog over de muziek van Bach, zou je kunnen gaan denken dat ik in een depressieve fase van mijn leven terecht ben gekomen. Een beeld dat ik zelf ver van mij wens te werpen, overigens.

Zo denkend over het denken, heb ik mijzelf wederom de vraag gesteld, wat filosoferen nu echt precies is. Een vraag overigens waarop ik het antwoord al kwam te weten aan het einde van mijn prille tienertijd. Ik stond toen voor het moment van mijn eerste serieuze afspraakje met een een, in alle opzichten goed ontwikkeld meisje en vroeg aan mijn erudiete en oudere steun en toeverlaat, wat te doen indien er stiltes tussen mij en haar zouden gaan vallen. Op wijze toon antwoordde hij mij; denk dan in een dergelijke situatie aan de drie F-s.  Food, Family en Filosophy.

Toen er later op de avond inderdaad wat ongemakkelijk aanvoelende stiltes vielen in de conversatie tussen mij en mijn nieuwe vriendin, dacht ik terug aan de wijze woorden van mijn oudere vriend en vroeg haar vol overgave: Hou je van Asperges? Na een korte ontkenning van haar zijde viel opnieuw de stilte in, maar ik liet mij niet uit het veld slaan en vroeg: heb je ook nog een broer? Wederom kwam er een ontkenning op mijn vraag en het gesprek, zo je dat al een gesprek mocht noemen, stokte opnieuw. Ik dacht terug aan de derde F, het toepassen van de filosofie en vroeg haar direct: En als je wel een broer zou hebben gehad, zou die dan asperges hebben gelust?