Zo denkend over het denken, heb ik mijzelf wederom de vraag gesteld, wat filosoferen nu echt precies is. Een vraag overigens waarop ik het antwoord al kwam te weten aan het einde van mijn prille tienertijd. Ik stond toen voor het moment van mijn eerste serieuze afspraakje met een een, in alle opzichten goed ontwikkeld meisje en vroeg aan mijn erudiete en oudere steun en toeverlaat, wat te doen indien er stiltes tussen mij en haar zouden gaan vallen. Op wijze toon antwoordde hij mij; denk dan in een dergelijke situatie aan de drie F-s. Food, Family en Filosophy.
Toen er later op de avond inderdaad wat ongemakkelijk aanvoelende stiltes vielen in de conversatie tussen mij en mijn nieuwe vriendin, dacht ik terug aan de wijze woorden van mijn oudere vriend en vroeg haar vol overgave: Hou je van Asperges? Na een korte ontkenning van haar zijde viel opnieuw de stilte in, maar ik liet mij niet uit het veld slaan en vroeg: heb je ook nog een broer? Wederom kwam er een ontkenning op mijn vraag en het gesprek, zo je dat al een gesprek mocht noemen, stokte opnieuw. Ik dacht terug aan de derde F, het toepassen van de filosofie en vroeg haar direct: En als je wel een broer zou hebben gehad, zou die dan asperges hebben gelust?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten