woensdag 10 juni 2015

Hoe de wind waait, waait mijn rokje

We zeggen het één en doen het ander, moeten ze binnen de regeringsploeg met elkaar hebben afgesproken. We laten de mensen langer doorwerken, tot hun 67e minimaal, zodat er minder beslag wordt gelegd op de AOW uitkering en de pensioenen. Op zich valt met die hervorming nog redelijk te leven. We worden tenslotte steeds ouder en blijven langer fit. Echter dat op 2 juni jongstleden, als allerlaatste daad van een aftredende ploeg senatoren, nog is besloten de datum waarop de pensioenuitkering naar het 67e levensjaar wordt gebracht van 2023 naar 2021 te versnellen, dat is ongehoord. Velen die dat treft kunnen zich daar door hun leeftijd of vertrek uit het arbeidsproces niet meer op voorbereiden en worden nu geconfronteerd met een gat in hun inkomsten, soms oplopend tot vele duizenden euro's. Dat mijn eigen GroenLinks senatoren daarmee in hebben gestemd vind ik niet te begrijpen. Waarom deze regering aan een meerderheid helpen in de eerste kamer, ten koste van vele mensen die zich niet hebben indekken tegen een dergelijke overval op hun portemonnee? Bovenstaande is wat mij betreft een schoolvoorbeeld van een onbetrouwbare overheid. Maar het verhaal gaat verder. Doorwerken tot je 67e is één maar vervolgens 4 tot 5000 man met een gemiddelde leeftijd van 53 jaar bij de Belastingdienst, een 100% overheidsdienst, er uit trappen, is iets anders. Dan ben je volgens diezelfde overheid te oud. Je past kennelijk niet meer in het gewenste profiel want tegelijkertijd worden er 1500 hoog gekwalificeerde jongeren binnen gehaald die de gecompliceerde klus met gekoppelde databases moeten gaan klaren. Die jongeren gun ik hun nieuwe baan van harte maar hoe valt dit beleid van deze regering nu te rijmen met fitter blijvende ouderen die van Rijkswege door moeten blijven werken tot hun 67ste?

Geen opmerkingen: