maandag 30 december 2013

Aldel failliet omdat Amerikaanse aandeelhouder niet thuis geeft.

Soms ben je niet blij wanneer je alsnog gelijk krijgt. Dat gevoel kwam boven bij het bericht dat de Aluminium fabriek Delfzijl (Aldel) toch haar faillissement heeft aangevraagd. Het betekent een heel slecht begin van 2014 voor honderden medewerkers van het bedrijf en ook nog eens honderden bij toeleveringsbedrijven in de regio Eemsmond. Zeer recent nog besloot de Provincie Groningen samen met het ministerie van Economische Zaken een overbruggingskrediet van 8 miljoen euro te verstrekken. Tijdens het debat daarover op 8 oktober jl. in de commissie Bestuur, Financiën en Economie (BFE) was GroenLinks de enige partij die kritische vragen had met betrekking tot het voornemen en er uiteindelijk niet mee instemde. Vragen van fractievoorzitter Mario Post over de weifelende rol van de grootaandeelhouder die haar verantwoordelijkheid niet wenste te nemen. Over de risico’s voor onze Provincie om, in het geval er alsnog een faillissement volgde, haar bijdrage van 4 miljoen euro kwijt te zijn. Maar vooral scepsis over de korte termijn politiek omdat een grootverbruiker van energie als Aldel nooit zal kunnen concurreren met bedrijven die geografisch gekoppeld zijn aan grote producenten van goedkope, vaak duurzame energie, zoals in waterkracht (Noorwegen), geisers (IJsland) of zonne-energie en affakkelgas. Argumenten die wij niet zelf bedacht hadden maar komen uit de mond van toenmalig minister Verhagen in antwoord op vragen rondom het faillissement van het Zeeuwse zusterbedrijf Zalco in 2012. Gedeputeerde van Mastrigt meldde een toezegging van Klesch (aandeelhouder)tot bereidheid voor de investering in een netwerkkabel. Een toezegging die dus boterzacht is gebleken. Alle overige partijen gingen zonder een enkele kritische vraag, akkoord met de tijdelijke steun. Natuurlijk deelden wij met hen de zorg voor de werkgelegenheid in een zeer kwetsbare regio en leven we met de betrokken medewerkers mee. Maar politiek alleen behoud geen werkgelegenheid. Dat doen werkgevers, of zouden dat behoren te doen. In dit geval blijkt de enige aandeelhouder van het bedrijf geen enkele verantwoordelijkheid te nemen voor een mogelijke oplossing. Laten wij daar nu voor gewaarschuwd hebben!

Persbericht van de provinciale fractie van GroenLinks - 30 december 2013

zaterdag 9 november 2013

Hulde aan de voedselbank Oldambt!

Natuurlijk behoort zo'n rijk land als Nederland zich te schamen voor het fenomeen voedselbank. Iedereen zou om te beginnen voldoende inkomsten moeten hebben om menswaardig rond te kunnen komen. Een gegarandeerd basisinkomen voor iedere Nederlander, zoals GroenLinks dat landelijk al jaren bepleit, is dan ook zo'n slechte gedachte nog niet. Dat de verschillen tussen rijk en arm in Nederland steeds groter zijn geworden en nog steeds verder toenemen is een regelrechte schande. Dat de koek op een andere wijze onder de mensen verdeeld moet gaan worden behoeft dan ook geen betoog.

Zolang rechts Nederland echter de touwtjes stevig in handen heeft en bezuiniging op bezuiniging stapelt, die vooral de kwetsbaren in onze samenleving treffen, zal de gewenste en broodnodige inkomensherverdeling er nooit gaan komen. Zolang mensen aan de onderkant van de samenleving in een uitzichtloze schuldenproblematiek, ten prooi blijven vallen aan het asociale incassobeleid van de overheid en dito gerechtsdeurwaarders, worden gehele gezinnen, tegen de verdrukking in, in een situatie gebracht waarbij zij het hoofd niet meer boven water weten te houden. Zien we dan ook nog de stijgende werkeloosheid door de huidige crisis en een reïntegratie-beleid waarbij de groeiende groep uitkeringsgerechtigden zonder toekomstperspectief worden gedwongen werkzaamheden te verrichten met behoud van hun uitkering, veelal ook nog regulier werk waarbij niet zelden een andere werknemer uit zijn baan wordt verdrongen, dan is de uiteindelijke conclusie dat de groep die niet meer rond weet te komen alsmaar omvangrijker wordt.

Oog hebben voor deze groeiende groep kwetsbaren en haar beschermen tegen de steeds moeilijker wordende omstandigheden, daarvan mag je van de huidige regeringen niets verwachten, want zo is het uiteindelijk al jaren. Tegen die achtergrond is het lovenswaardig dat er in de loop der jaren initiatieven zijn ontstaan vanuit de bevolking zelf, die er voor gezorgd hebben dat medeburgers die in een schrijnende situatie van armoede verkeren, wekelijks kunnen rekenen op een voedselpakket. Nogmaals dat dit moet is niets om trots over te zijn. Dat er echter vrijwilligers zijn die zich wekelijks inspannen om via een voedselbank toch deze kwetsbare groep van etenswaren te voorzien dat is te prijzen. Zo is ook het onbaatzuchtige werk van de voedselbank Oldambt te prijzen. Wekelijks zetten zij zich in om honderden gezinnen met een luisterend oor en een voedselpakket bij te staan in hun situatie. Een situatie waarbij de overheid het al jaren laat afweten.

Natuurlijk wil je ook kwalitatief goed voedsel ter beschikking stellen, zodat je de garantie kunt geven dat hetgeen je verstrekt nog veilig gebruikt kan worden. Daarvoor doe je als team vrijwilligers vervolgens je best om hygiënisch te werken en de om de bederfelijke voorraad verantwoord te koelen of in te vriezen. Als dan die inspanning leidt tot het behalen van een uniek certificaat in voedselbankenland dan heb je als team reden om daar even met elkaar bij stil te staan. Een met zweet behaalde mijlpaal die een hapje en een drankje onder elkaar waard is. Ook nog zelf bekostigd, wat kan daar nu mis mee zijn?

zondag 27 oktober 2013

So much in common.....

In mijn honger naar tweedehands boeken ben ik vorige week vrijdag maar weer eens bij de kringloopwinkel langs geweest. Drentelend voor de rij boekenkasten liet ik mijn blik langs de ruggen van de boeken glijden. Een dikke meter van mij af stuiterde een jongen van een jaar of zestien met enigszins ongecontroleerde bewegingen eveneens langs de kasten en zette af en toe een boek op grootte tussen de overige boeken op een plank. Hij behoorde duidelijk tot het personeel van de kringloopwinkel, hetgeen mij helemaal duidelijk werd toen hij mij vroeg wat voor boek ik zocht en of hij mij daar behulpzaam bij kon zijn. Mijn antwoord luidde ontkennend omdat ik op zoek was naar een aantal favoriete schrijvers om mijn nog niet geheel complete verzameling mee aan te vullen. Welke schrijvers zoekt u dan, hield de jonge spring in het veld aan. Ik noemde Heinrich Böll, Maarten 't Hart en Hubert Lampo maar liet mij ook ontvallen dat filosofische boeken mijn belangstelling hadden. Ow, die zult u hier denk ik niet gemakkelijk vinden, antwoordde het al te energieke mannetje. Onderwijl had ik al een paperback van Simon Carmiggelt onder mijn arm, welke mij opviel omdat het juist die week 100 jaar geleden was geweest dat deze schrijver was geboren. Daar was onlangs nog aandacht aanbesteed op de televisie. Voor mij genoeg redenen om het boek mee te nemen.

Ik ben hier vandaag voor het laatst, vertelde de boekverkoper, maar ik ga in een echte bibliotheek werken. Ik hoor vandaag of het allemaal doorgaat. Waar vroeg ik hem. Hij antwoordde mij: Leeuwarden. Kom je daar dan vandaan, vroeg ik hem, waarop hij bevestigend knikte. Ik kom oorspronkelijk ook uit Leeuwarden. Tjee, dat is toevallig, beaamde mijn gesprekspartner. Wat ben je ver van huis dan hier in Winschoten. Ik kreeg een verhaal dat hij nu bij zijn vader in Veendam verbleef, maar dat hij straks weer terug ging naar zijn moeder in, juist ja; Leeuwarden. Hee, zei ik, daar staat een boek van Jean Paul Sartre. Toch nog een filosoof gevonden! Ja, bevestigde de met armen en benen zwaaiende knaap, die schrijft hele mooie verhalen en is getrouwd geweest met Simone de Beauvoir. Ik keek hem verwonderd aan en liet mij ontvallen; dat jij dat weet, wat knap van je.

Toen kwam de ware onthulling. Ik, zei de knaap, die als zestienjarige stagiaire bij onze kringloopwinkel werkzaam was, ben ook geïnteresseerd in de filosofie en ik zal het u eerlijk vertellen zei hij, ik ben in de verte familie van Schopenhauer, de grote Duitse filosoof. Echt waar....?, bracht ik verbouwereerd uit. Echt waar, herhaalde hij mijn woorden. Weet u, ging hij verder, ik heb ook een Duitse achternaam want ik heet.... en hij noemde een achternaam die ik mij herinnerde als gelijknamig aan de achternaam van een grote Duitse keukenfabrikant, waarvan het reclamedeuntje mij direct vanuit lang vervlogen tijden door het hoofd schoot. Weet je, zei ik tegen hem, ook ik heb een Duitse achternaam. Nee hè, riep hij enthousiast door de verkoopruimte heen, wat hebben wij toch veel samen, hè.

Met een brede glimlach en een paar pareltjes van boeken verliet ik even later de kringloopwinkel.

zondag 28 juli 2013

1 - in de schaduw van de kersenboom

Bohemen - 26 juni 1914

Věra voelde zich zich gelukkig en voldaan en lag met toegeknepen ogen te rusten onder de oude kersenboom. De kroon van de Hedelfinger Riesenkirche was gevuld met grote groene ovale bladeren en verschafte haar voldoende schaduw om uit de zon te kunnen blijven maar desondanks viel het scherpe licht soms tussen het loof door op haar albasten huid. Van moeder had ze een handje vol dieprode kersen gekregen als beloning voor haar hulp bij het plukken. De rest van de oogst was op de zware Russische kristallen fruitschaal belandt, die moeder in het midden van de keukentafel had gezet. Het lange witte lint dat de mooie pijpenkrullen van Věra bij elkaar hield, lag net als haar blonde haar, uitééngespreid op het groen van het met zorg onderhouden grasveld. Věra was verrukt van deze tuin en kon intens genieten van de mengeling van geuren die de fruitbomen, het gras en de bloemen in het perk verspreiden. Regelmatig hielp ze, als ze niet naar school was, uit een soort van vanzelfsprekendheid haar moeder mee om het hof achter de grote brede woning op orde te houden, het fruit te plukken en soms de losgeraakte houten staken uit de erfafscheiding, naar vermogen van een tienjarige, weer opnieuw vast te zetten. Nog liever dan dat zat ze met haar moeder in de middag op de veranda voor het huis thee te drinken. Ze hield van het uitzicht op het bed met veldbloemen dat de rij plankieren van de houten veranda scheidde van de immer stoffige straat. Mevrouw Dreher en zij keuvelden dan over alles en nog wat dat zo'n pienter meisje als Věra zo dagelijks bezig houdt. De gesprekjes met haar moeder verliepen steevast in een ontspannen en gemoedelijke sfeer. Gistermiddag toen ze ook samen thee hadden gedronken, had Věra haar moeder verteld over de prachtige tuinen van Konpischt, die toebehoren aan Aartshertog Franz Ferdinand. De meester had aan de kinderen in de klas verteld dat de directe omgeving van het slot bestaat uit adembenemende mooie parken met obelisken, fonteinen, beelden en prachtige rozentuinen, waarvan de laatsten nog maar onlangs gereed waren gekomen. Ook was er naar de laatste mode van de aristocratie een fraaie Engelse tuin aangelegd. Oh, wat zou Věra daar in Benešov graag eens een kijkje willen gaan nemen en in gedachte zag zij zichzelf al huppelend en spelend door de rozentuinen rennen, de panden van haar linnen zomerjurkje en de linten in haar haar, licht beroerd door een zomerse bries, wapperend achter haar aan. Moeder had er genoegelijk om moeten lachen, wat kon haar dochter toch vurig en verrukt vertellen. Vera had enthousiast geroepen: Rozen, dat zijn toch echt mijn lievelingsbloemen, hoor Mam!

De meester had de kinderen eveneens vertelt over de liefde voor de jacht die de Habsburger Aartshertog in de loop der jaren had ontwikkeld en die hij, als de gelegenheid zich voordeed, met zijn vrienden beoefende. Keizer Wilhelm van Duitsland was eerder deze zomer nog op het slot Konpischt te gast geweest om samen met Franz Ferdinand deel te nemen aan de jachtpartijen die er werden gehouden. De troonopvolger en de Duitse keizer waren goede vrienden van elkaar en met de jachtpartijen bezegelden ze hun wederzijdse genegenheid. Gezeten vanuit hun stoel in de bosrand lieten ze het wild door de bedienden bijeen drijven, om er vervolgens op te gaan schieten met hun dubbelloops geweren, die voor ieder schot al van munitie waren voorzien door de meegebrachte lagere officieren, die ook het gevallen wild uit het veld bijéén haalden maar bovenal volledig konden worden vertrouwd. Věra kon, met haar nog kinderlijke verbeeldingskracht, echt genieten van al die prachtige verhalen over het leven aan het hof en bij de hogere adel en zij fantaseerde dan dat ze er zelf deel vanuit maakte en ook kon beschikken over het meest nieuwerwetse speelgoed, de prachtigste jurken en natuurlijk de onbeperkte toegang tot de fraaie rozen- en beeldentuinen.

Het leven van Věra in het kleine Boheemse stadje was tot nu toe erg onbezorgd geweest. De familie Dreher staat in goed aanzien doordat Antonin, haar vader, een gewichtige functie bekleed in dienst van het keizerrijk. Zijn vrouw, Anna heeft allereerst de zorg over Věra en de huishouding, voorziet het gezin van een dagelijks maal en schiet daarnaast de Pharrer regelmatig te hulp door hem, met nog een aantal andere vrouwen van de gebedsgemeenschap, te assisteren bij de organisatie van de jaarlijkse Maria-bedevaart, die ook dit jaar weer onlangs in hun stadje heeft plaatsgevonden. De processie te voet begint altijd al heel vroeg op de zondagochtend, waarna om tien uur de dienst volgt in de grote kathedraal en het geheel traditioneel afgesloten wordt met liederen gezongen door het koor waar Vader Antonin eveneens deel vanuit maakt. Věra weet hem altijd, naar haar volste overtuiging, aan zijn donkere diepe stem, uit de veelstemmigheid van het koor te herkennen. Bijzonder was het toen het mannenkoor samen met de dames, maar wel met afzonderlijke partijen binnen de partituur, het wonderschone "Ave Verum Corpus" ten gehore bracht. Stilletjes zingt Věra de Latijnse woorden mee over hoe de enig geboren zoon van de Heilige maagd Maria, zijn leven voor ons heeft gegeven aan het kruis. Het koor en de prachtige liederen die er gezongen worden maken iedere keer weer een enorm diepe indruk op haar. Als ze dan na afloop, aan de hand van haar moeder, de kerk verlaat is er een diepe stilte in haar gevaren en pas na een poosje is ze dan weer in staat om haar van God gekregen enthousiasme aan de wereld om haar heen te tonen, zó beduusd is zij van de overweldigende impressie die er in de kerk over haar heen gevallen is.

Vanochtend, van achter uit de tuin, maakte het lawaai van potten, pannen en deksels Věra er opmerkzaam op dat haar moeder het middagmaal aan het bereiden was in de keuken. Bovendien ontsteeg de heerlijke geur van het varkensvlees de woning en kwam in vlagen aan de neus van Věra voorbij. Wat eten we straks, mamma? had Věra geroepen terwijl ze naar binnen was gelopen om zelf te kunnen beobachten wat haar moeder allemaal voor een lekkers aan het bereiden was. Haar vraag bleek strikt overbodig want toen ze ontdekte dat Anna Dreher bezig was om geroosterde varkenspoot (Pečené vepřové koleno) te maken, slaakte Věra een kreet van verrukking. Ze was dol op de zoetige smaak van het malse geroosterde vlees dat nog aan het bot van het zwijnengewricht verbonden zat. Aan tafel kon je dan zo heerlijk onbehouwen het met mierikswortel en mosterd verrijkte vlees van het bot afkluiven, waarbij het lobbige vet vermengd met het drabbige vleessap soms letterlijk van je kin afdruipt. Tja, het leven was gemoedelijk in het kleine Boheemse stadje en niets wees nog op het naderende onheil dat spoedig over Europa heen zou dalen.

preview van een deel uit het eerste Hoofdstuk van mijn meerjarig schrijfproject

zaterdag 29 juni 2013

Apotheose

Het is mooi om te zien hoe kleine jongens zich ineens ontpoppen als man. Dat proces begint in feite al op het moment dat ze voor het eerst naar de middelbare school gaan en zet zich geleidelijk en bijna onwaarneembaar voort tot op het moment van de diploma-uitreiking. Dat moment vormt het sluitstuk, de ware apotheose, de gedaanteverwisseling van onzekere puber naar goedgeklede zelfverzekerde jong volwassen man, die nonchalant, met ontspannen lach, zijn diploma in ontvangst neemt. Ook wij hebben dat bijzondere fenomeen afgelopen week weer mogen meemaken.

G heeft er werkelijk voor moeten knokken, de vooruitzichten aan het begin van zijn laatste schooljaar waren niet bepaald bemoedigend. De peptalks van zowel de schoolmentor als vanuit het thuisfront, maar vooral het lonkend perspectief van de Rotterdamse opleiding, waarop hij zijn zinnen heeft gezet, hebben G er in gezamenlijkheid toe aangezet om werkelijk al zijn vrije uurtjes te benutten voor een goede afronding van zijn laatste schooljaar. De afgelopen maand heeft hij met het maken van de examens de klus geklaard. Met de juiste instelling het positieve resultaat geheel aan zichzelf te danken.

Kleren moesten er komen, uiteindelijk hadden onze meiden die bij eerdere gelegenheid ook gehad. G is daarbij, ten aanzien van de te maken keuze, zeker eigenzinnig te noemen. IJdelheid en modebewustzijn mogen hem in het geheel niet worden ontzegd. Na enkele, speciaal daar toe georganiseerde expedities, kon de inhoud van de luxe kartonnen draagtassen eindelijk definitief aan de kledingkast worden toevertrouwd.

Het is van een bijzondere schoonheid om G voor het eerst in een eigenzinnig gekozen combinatie op het podium te zien staan. Wat een kerel, wat een uitstraling. Na de vakantie gaat G op kamers in Rotterdam. Ik heb er volledig vertrouwen in!

maandag 24 juni 2013

Bloed, Vuur en Beaujolais.

Onlangs overleed een vrouw, die al jaren bij mij in de wijk woonde en die ik met name in de laatste weken van haar leven wat beter heb leren kennen. Haar overlijden trof mij zeer, met name omdat het allemaal zo snel kwam.

Ik wist dat ze heilsoldaat bij het Leger was geweest en een ongenaakbaar vertrouwen had gehad in de Heer. Ze bezat de gave van het gebed, zo had de majoor tijdens de dienst, voorafgaand aan de ter aardebestelling, de familie, vrienden en belangstellenden, voorgehouden. Door deze gave had ze met de Here in verbinding gestaan, gelijk een druivenrank met de wijnstok. Het gebed had haar als het levende water voldragen vruchten gebracht. Geestelijke vruchten welteverstaan en nu was ze gestorven om aan te belanden bij onze Heiland. Zij heeft daarmee haar definitieve bestemming bereikt, was de boodschap van de majoor. Zij was gestorven om te leven, in de nabijheid van de Heer. Daarna volgden woorden van troost, een serie gemakkelijk meezingbare liederen en er werd voorgegaan in gebed.

De majoor sloot af met enkele regels van orde, bestemd voor allen maar toch vooral voor de, in ruime getale aanwezige, broeders en zusters heilsoldaten, die de tocht naar het nabij gelegen kerkhof zouden gaan begeleiden. Het vaandel "Bloed en Vuur" kwam voorop, fier gedragen door een speciaal voor deze taak benoemde, waarschijnlijk al jaren gepensioneerde vlag-sergeant en daarachter werd direct, bijeen gebracht in smalle rotten, de colonne heilsoldaten opgesteld, gevolgd door de op hoge fietswielen geplaatste baar met de kist, waarin de overledene vredig ten rustte was gelegd. In haar kielzog volgde de naaste familie en de vrienden en kennissen, waaronder ik mij ook had gemengd. De stoet werd in altruïstische bezieling afgesloten door de vrijwilligers van het leger.

Dan zette de optocht zich, onder het wapperend vaandel, in beweging en gedragen door de uit volle borst meegezongen marsliederen afkomstig uit de kelen van de heilsoldaten, voerde de korte tocht ons, over de met kleine kiezels bedekte paden, langs de met hoge bomen omrande borders met daarin de oude betonnen zerken. Gestaag ging de stoet verder over de keurig onderhouden dodenakker, in de richting van het reeds gedolven graf. De laatste rustplaats van de zo door de roulette des doods getroffen ongelukkige.

Het verdere verloop van de ceremonie vergde enig technisch inzicht om de zware kist, inclusief het daar boven opgezette, eenzame donkerblauwe dameshoedje, op de metalen constructie boven het gat te plaatsen. Dat technisch inzicht ontbrak in haar geheel. Nadat de kist op het frame was gezet, bleek het resultaat niet te beantwoorden aan wat kennelijk de bedoeling was geweest. Opnieuw werd de kist opgenomen, het hoedje in handen gesteld van de toekijkende majoor, waarna de dragers zich mochten uitleven op de uitvoering van een halve pirouette, om vervolgens de kist op de juiste manier weer op de constructie te plaatsen. Naast het hoedje kwamen nu ook de meegezeulde bloemstukken op de kist terecht.

De majoor sprak vervolgens via de microfoon de verzamelde menigte toe, waarbij zijn stem vanuit de hemel over ons neer daalde. Een ogenblik schoot het door mij heen dat wellicht hogere machten de regie hadden gegrepen, maar al snel werd het mij duidelijk dat er luidsprekers waren aangebracht in de hoge bomen rondom het veld. De begrafenis werd afgesloten met het "Onze Vader" en een laatste lied, waarbij de muzikale begeleiding door de trompettist, in een talentenjacht waarschijnlijk binnen een minuut zou zijn geëindigd, met op het scherm, als resultaat, de gevreesde drie rode kruisen. Maar eerlijk is eerlijk, aan passie en bevlogenheid ontbrak het hem niet, hooguit aan longinhoud, die hij in vroegere jaren waarschijnlijk wel had bezeten.

Toen ik, na het afsluitende kopje koffie, even later weer in de auto onderweg naar huis was, bemerkte ik dat de woorden van de majoor over de wijnstok, de ranken en de rijpe vruchten ook op mij de nodige impact had gehad. Ik moest mijzelf die avond maar eens op een lekker flesje wijn gaan trakteren!

zaterdag 25 mei 2013

Hopeloze knokelloosheid

Als wij het over de anatomie van de linker voorvoet willen hebben, en dat wil ik, dan moet onmiddellijk in ogenschouw worden genomen of dit dan de anatomie betreft van een persoon met een gezond lichaam, die de beschikking heeft over een prima doorbloeding en mag vertrouwen op een in alle opzichten prikkelend werkend zenuwstelsel of de ontleding van de botten-structuur van een half door de stafylococcen en andere enge beestjes aangevreten individu, enigszins en misschien wel geheel vergelijkbaar met de schrijver dees stukje. Dat maakt natuurlijk het verschil, zowel ten aanzien van het door diabetes veroorzaakte en ingezette proces van zelfdestructie als ten aanzien van de afnemende mobiliteit waarmee ik een ieder die mij lief heeft dagelijks te pakken heb, maar egocentrisch als ik ben, daarmee vooral en voornamelijk mijzelf te pakken heb. Door de elkaar met regelmaat opvolgende ontstekingen ben ik inmiddels verlost van een blauw-paars verkleurde teen en, indien de chirurg niet zo vakbekwaam was geweest, mogelijk ook nog van twee andere tenen, waaronder de grote. Nu konden deze beide voetvingers nog fysiek gespaard worden en wel door de botten en knokels 'inside of the toes' operatief te verwijderen. Na een periode van 31 dagen ziekenhuis, waarbij 11 afzonderlijke infusen moesten worden aangelegd, een MRI en een CT-scan moesten worden ondergaan, ontelbare buisjes bloed moesten worden afgestaan, mij onder narcose moest worden gebracht, een operatie door de chirurg moest worden uitgevoerd, 7 ijzeren hechtkrammen werden ingeschoten en aan mij een gipsvoet werd aangemeten, ben ik eindelijk weer thuis. Voorlopig eenzaam zielig op de bank, in opperste staat van hopeloze knokelloosheid.

vrijdag 24 mei 2013

Poppentheater

Soms treft een gedicht je op een bijzondere manier. Zo ook met het gedicht Poppentheater van Marion Spronk, waarbij fantasie en nostalgie elkaar op harmonieuze wijze lijken te omarmen. Dat dit alles plaatsvindt tegen de prachtige achtergrond van Krummau, maakt het voor mij nog specialer.

Poppentheater

Doodstil hangen ze
met touwtjes aan de balken

in Krumlov droom ik
marionetten tot leven
ze komen in beweging
hun houterigheid verdwijnt

de prinses danst met haar prins
in vervlogen tijden

liefde, haat, geweld
zie ik als echt gespeeld
ik knipper met mijn ogen
stof valt op hun hoofden

Marion Spronk.

zaterdag 18 mei 2013

Twitteren met een glimlach

@RemcoGommersPVV: Kan iemand even #Groenlinks bellen..? Volgens mij zijn ze vergeten de opwarming van de aarde aan te zetten. Koudste dag in 40 jaar.

@hfolkerts: @RemcoGommersPVV @Liesje90744036 Om in stijl uw verzoek om GroenLinks te bellen, te beantwoorden: U komt nog wel van een koude kermis thuis.

Wisseling van de wacht binnen D66

Op 17 mei jl. heeft de fractie van D66 in het Oldambt bekend gemaakt dat Johnny de Vos de positie van Gert Klein als fractievoorzitter heeft overgenomen. Dit in verband met de beëindiging van de politieke carrière van Gert. Hij zal, na de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014, niet terugkeren in een politieke functie en geeft nu reeds (mei 2013) volledige ruimte aan de Vos, zodat deze zich optimaal kan voorbereiden op zijn nieuwe rol als fractievoorzitter.

Allereerst wil ik Johnny de Vos feliciteren met diens nieuwe rol binnen de fractie van D66. Eveneens wens ik de fractie van D66 te complimenteren voor de professionele wijze waarop deze wisseling van de wacht heeft plaatsgevonden. Daar mogen enkele oud-gedienden, welke de fractie van mijn partij GroenLinks in het Oldambt vroegtijdig hebben verlaten, met het schaamrood op de kaken, met terugwerkende kracht een voorbeeld aannemen.

zondag 12 mei 2013

Schoonmoederdag

Voor een moeder die met een vroege dienst staat ingeroosterd om te moeten werken op haar Moederdag heeft enkel en alleen al dat gegeven, een dusdanige uitwerking op haar humeur dat dit ook voor haar omgeving merkbaar is. Vaak ligt de bron van de onvermijdelijke stemmingswisseling al een dag eerder, wanneer zij min of meer verplicht mee moet naar haar schoonmoeder, juist omdat haar dat op Moederdag zelf niet lukt.

Zo ook bij de dienstdoende zuster bij ons op zaal. Die had mij toch een zin om al op zaterdagmiddag naar haar schoonmoeder te gaan maar ja, om de lieve vrede thuis te bewaren had ze zich dan toch maar opgeofferd. Vandaag kwam ze dan ook enigszins korzelig op haar werk. De oudere dame die sinds gisterenmiddag laat doodziek op zaal was komen liggen, had duidelijk overbezorgde dochters. Al vanaf het moment van haar binnenkomst zat de schare dochters, des avonds tot ver na bezoekuur, afwisselend de wake te houden rondom het bed van moeder. De bezorgdheid uitte zich verder ook in het aantal contactpersonen dat ingeval van nood door het verplegend personeel mocht worden gebeld. Niet slechts één dochter maar alle dochters stonden kennelijk op dat lijstje vermeldt.

Vanmorgen nog maar net na het ontwaken, melde dochter één zich al telefonisch bij onze zaalzuster om naar de gezondheid van moeder te informeren en krap tien minuten later hing dochter twee aan de lijn met dezelfde informatiebehoefte over de actuele gezondheidstoestand van moeder. Na het tweede gesprek te hebben beëindigd vroeg de verpleegkundige aan de oude mevrouw, heeft u nog meer dochters mevrouw? Met enige moeite werd de vraag met vier vingers in de lucht bevestigd.

Oooh, dan kan ik dus nog twee van dit soort telefoontjes verwachten, verzuchte onze zuster binnensmonds hoorbaar. De oude mevrouw viel deze opmerking gelukkig niet op, want zij completeerde het door haar gegeven antwoord nog met het feit dat ze ook nog vier schoonzonen bezat.
"Maar daar zal ik gelukkig geen last van hebben, want die bellen hun schoonmoeder vast niet op", was de - kennelijk op eigen ervaring gebaseerde - eindconclusie van ons zustertje op zaal.

vrijdag 10 mei 2013

De bus naar Beerta

Op de afdeling, waar ik moet verblijven tot aan het moment dat ik aan mijn voet geopereerd wordt, ligt een aantal kamers verderop een al wat oudere dementerende man. Gisteren overdag hoorden we hem al zingen, het gehele repertoire van 'hoog op de gele wagen' tot en met 'daar was laatst een meisje loos'.
De verpleegsters beleefden er wel plezier aan en zongen uit volle borst mee. Tussen het zingen door liet de oude man regelmatig weten dat hij met de bus naar huis wilde gaan. De verpleegsters hadden daarom besloten om tegenover de centrale afdelingsbalie een plakkaat tegen de muur te plakken met daarop de afbeelding van een bushalte met de bestemming Beerta. Daaronder hadden zij een comfortabele stoel neergezet, van waaruit hij, al wachtend op de bus, zijn oude jeugdliedjes ten gehore bracht.

Vanochtend om zes uur hoorde ik hem al met luide stem over de gang scharrelen maar de zuster wist hem uiteindelijk toch weer zijn bed in te praten, verwijzend naar het vroege tijdstip en de belofte dat hij er gelijktijdig met het ontbijt weer vanaf mocht. Later op de ochtend kregen wij plotseling visite van hem en kwam hij bij ons de zaal op. Vanuit een bruin verleden bracht hij ons, soms in herhaling, verhalen over zijn werk, eerst over zijn zware arbeid als landarbeider en later als medewerker in de productie op de kartonfabriek van Nieuweschans.
De oorlog was nog prominent aanwezig in zijn geheugen dat hem steeds vaker in de steek liet en met het snerpend geluid van een Duitse jager ondersteunde hij de onderschepping van een Engels vliegtuig boven de Carel Coenraadpolder, die juist zijn bommen naar Duitsland moest gaan brengen of had gebracht.

Hij verhaalde over thuis, hoe hij zijn eerst verdiende geld bij zijn moeder moest inleveren want zijn vader zat destijds in de werkverschaffing. Zo ineens -wellicht door deze herinnering aan zijn vader - had de beste man kennelijk een iets helderder ogenblik, want zonder schroom stelde hij vast dat zijn vader eigenlijk nooit geld had bezeten, maar - we schrokken er zelfs een beetje van - wel voortdurend last had gehad van een dikke ...., hetgeen volgens hem geconcludeerd kon worden uit de immer uitdijende gezinssamenstelling thuis.

Daarna droop hij weer af, want zo vertelde hij ons, hij moest nog mee met de bus naar Beerta.

donderdag 9 mei 2013

Ruimte om te kunnen leven

In een relatief vrij korte periode werd ik, zij het op enige afstand, meerdere malen geconfronteerd met de "waarom"-vraag, die kennelijk altijd achterblijft bij familie, vrienden en kennissen - leeftijdsgenoten vaak nog -, van een jongere die er zelf voor heeft gekozen vroegtijdig uit het leven te stappen. De verbijstering vanuit de omgeving is meestal groot. 'Gisteren hebben we nog met hem gesproken en hebben we nog gezamenlijk gelachen'.
'Ik kan het mij niet voorstellen mam, dat hij er niet meer is', zei onze oudste dochter onlangs aan tafel, na weer een zelfdoding van een leeftijdgenoot die zij tot haar kennissenkring mocht rekenen.

Later hadden Mieke en ik het er samen over... Mieke veronderstelt dat mensen en zeker jongeren vastlopen in de steeds hoger liggende eisen die de maatschappij aan hen stelt. Er moet bij voortduring gepresteerd worden - op school, op het werk en zelfs tijdens een ontspannende bezigheid als sport - en als je daar, om wat voor reden dan ook, niet aan kunt voldoen dan tel je algauw niet meer volwaardig mee. Mensen kunnen die alsmaar stijgende maatschappelijke druk niet meer aan. Als je daar geestelijk niet genoeg tegen bestand bent dan lijkt een zelfdoding soms nog de enige uitweg. Ik denk dat Mieke in essentie gelijk heeft. Absurd eigenlijk.

Via die absurditeit kom je al snel uit bij 'De mythe van Sisyphus', een essay geschreven in 1942 door de Franse filosoof Albert Camus. Sisyphus was een figuur uit de Griekse mythologie, welke als straf voor het uitdagen van de Goden, naar het dodenrijk werd verbannen om aldaar tot in de eeuwigheid een zwaar rotsblok tegen de helling van een berg op te moeten duwen. Steeds als hij halverwege was of bijna bovenaan dan rolde het rotsblok, geholpen door de zwaartekracht, met donderend geweld weer naar beneden. Sisyphus was daarmee veroordeeld tot het continue verrichten van zinloze arbeid en wist zich desondanks toch steeds weer te motiveren voor een nieuwe poging om het rotsblok naar boven te duwen.

Voor Albert Camus is Sisyphus de ultieme absurde held. Hoewel zijn arbeid zwaar, nutteloos en oneindig is, vraagt hij ons in te beelden dat Sisyphus rustig de berg afloopt, zijn steen achterna. Al naar beneden wandelend, wordt hij zich bewust van het absurde van zijn situatie.

Die ervaring van het absurde vloeit voort uit de confrontatie tussen enerzijds het menselijk verlangen naar duidelijkheid en betekenis en anderzijds de wereld zoals die is. En de wereld zoals die is, komt niet tegemoet aan dat verlangen. De mens stelt vragen, maar krijgt daarop geen antwoord.
Temidden van deze absurde situatie beschrijft Camus twee opties: ofwel we ontkennen deze absurditeit en vluchten weg in de schijnzekerheid van geloof en religie of we ontkennen ons eigen bestaan, worden daarvan depressief en mogelijk zelfs suïcidaal.

Voor degenen die de sprong naar religie maken, is de wereld ogenschijnlijk niet toevallig en chaotisch maar gepland en rechtvaardig: er bestaat immers een schepper, een leven na de dood, een voorbestemd doel, een absolute waarheid. Ook iemand die echter uit het leven stapt maakt een sprong, hij of zij kiest ervoor, vaak na een lange interne strijd, te ontsnappen aan de door hem of haar ervaren uitzichtloze situatie.

Camus zoekt als filosoof een derde weg: de aanvaarding van de absurditeit van ons bestaan en precies vanuit dit bewustzijn het besef te laten prevaleren om hartstochtelijk en intens te leven. Dat bewustzijn betekent in ieder geval: accepteren dat het leven zonder hogere betekenis is en dat er geen goddelijk stappenplan voor je klaar ligt. Er is tevens geen hoop op een hiernamaals, laat staan troost. Enkel en alleen dit sterfelijk leven is het enige leven waar we het mee moeten doen.

Dat besef vraagt om een omslag van de maatschappij om de steeds meer knellende prestatiedruk waaronder steeds meer mensen gebukt gaan, definitief los te laten en ruimte te geven aan ieders individuele behoefte om het leven intens te mogen (be)leven. Vol passie en hartstocht. Ieder naar zijn of haar eigen kunnen.
Er ligt een schone taak voor ons allen weggelegd om onze kinderen voor de maatschappij niet alleen van economisch toegevoegde waarde te laten zijn maar er vooral voor te zorgen dat zij vrij en onbevreesd als gelukkige mensen op onze wereld een betekenisvolle plek in kunnen nemen.

woensdag 8 mei 2013

Aanklacht tegen de schepper

Als je binnen een maand voor de derde keer in het ziekenhuis belandt dan vraag je je met rechte af waarom Cura, de godin van de zorg, mij als de zoveelste kopie van een kopie van een kopie van de mens welke zij ooit heeft geschapen, niet had kunnen voorzien van een betrouwbaarder en beter functionerend gestel dan waar ik het nu mee moet doen. Toen zij al boetserend vanuit zand, leem en kiezels naast de rivierbedding het menselijk gedaante had gevormd en de passerende Jupiter had aanbeden om aan haar creatie levenskracht toe te voegen - hetgeen daadwerkelijk geschiedde - had ze wat mij betreft ook iets meer aandacht mogen besteden aan de duurzame werking van de organen, de vaten en de stevigheid en robuustheid van de botten. In plaats van te ruziën met Jupiter en Gaea, de godin van de aarde - als leverancier van de grondstoffen - over wie het beschikkingsrecht over de mens zou krijgen, had zij beter meer aandacht kunnen besteden aan de kwaliteit van het door haar opgeleverde boetseerwerk. Ik zie het dagelijks om mij heen, het ziekenhuis ligt er vol mee, met schepselen naar het evenbeeld van haar creatie, die allen disfunctionerende of onbetrouwbare onderdelen hebben meegekregen. Dat Saturnus, als de god van de eeuwigheid, er zelfs aan te pas moest komen om een uitspraak te moeten doen in de netelige kwestie over de zeggenschap over de mens, zegt mij genoeg. Uiteindelijk zijn we door hem allemaal - niemand uitgezonderd - mooi onder curatele gesteld.

zaterdag 27 april 2013

Dodenherdenking - de les van Vorden

We herdenken jaarlijks op 4 mei onze doden opdat we niet vergeten. Vrijheid is een kostbaar bezit. Dat we ons daarvan niet iedere dag bewust zijn komt omdat vrijheid zo van zelfsprekend lijkt. De jaarlijkse dodenherdenking op 4 mei maakt ons bewust van het feit dat onze hedendaagse vrijheid bevochten is en dat er mensen zijn geweest die voor deze vrijheid hun leven hebben gelaten. Net zoals er nu nog steeds mensen zijn die tegen de verdrukking in vechten voor hun vrijheid. Syrie is daar nog steeds het meest trieste voorbeeld van. Dat is zondermeer onrecht, omdat in vrijheid mogen leven een recht is dat ons allen toekomt.

In Vorden ging de dodenherdenking vorig jaar mis omdat het organisatiecomite met gemeentelijke toestemming ook 10 gesneuvelde Duitse soldaten in de herdenking wilde betrekken. De graven van deze soldaten liggen in de directe omgeving van de plek waar de herdenking ieder jaar plaats vindt. Met dit initiatief wilde het comite 67 jaar na de oorlog een gebaar van verzoening maken omdat in het hedendaagse maatschappelijke verkeer de vriendschapsbanden met de Duitse buren inmiddels volledig herstelt zijn.

Federatief Joods Nederland stapte naar de rechter om met een kort geding de herdenking in de gekozen vorm tegen te houden. De federatie is van mening dat het mede herdenken van de Duitse soldaten beledigend en grievend is voor de nabestaanden van Joodse oorlogslachtoffers die juist onder de Duitse tirannie zo vreselijk veel hebben geleden. Met die pijn moet rekening worden gehouden. De rechtbank in Zutphen kon daar in mee gaan en verbood het de bestuurlijke vertegenwoordigers van de gemeente Bronckhorst, waar Vorden onder valt, om langs de laatste rustplaatsen van de Duitse soldaten te lopen. In het geval van de herdenking in Vorden vond ik dat jammer. Jammer, omdat het hier gaat om Duitse soldaten van de Wehrmacht die gedwongen waren om als dienstplichtigen mee te doen aan de waanzin van hun fuhrer. Of ze het nu wel of niet eens waren met de ideologie van Hitler Duitsland, ook zij werden de oorlog ingestuurd en zijn naar mijn oordeel dus eveneens oorlogslachtoffer.

Het zou anders zijn geweest als de desbetreffende soldaten SS-ers waren geweest, omdat in dat geval deze bewust hebben gekozen voor het verfoeilijke regiem van Hitler en de zijnen. Daar was echter in de situatie van Vorden geen sprake van. De Duitse soldaten die daar ter grave liggen zijn eveneens hun vrijheid ontnomen. Ook zij hebben de oorlog met hun dood moeten bekopen. Zij hadden echter de pech om vanuit ons perspectief in het verkeerde uniform te zijn gestorven. Het zou een groot gebaar zijn geweest als er begrip was getoond voor ieders slachtofferrol in deze gevoelige kwestie. Het comite en de gemeente Bronckhorst hebben m.i. hierin bijzonder veel lef getoond, immers een oorlog, maar zeker deze, kent goed beschouwd, alleen maar slachtoffers.

vrijdag 26 april 2013

Decubitus

Vanmorgen kwam de zuster de zaal op en vroeg aan mij: 'hoe staat het met uw decubitus? De decubi..wat, zuster? ....
Heeft u last van doorligplekken, meneer Folkerts?
Nee zuster, die heb ik niet maar bovendien is het de taak van de verpleging om dat toch te voorkomen! Daar heeft u gelijk in, antwoordde de verpleegkundige. Nu heb ik vernomen, zo hernam ik het woord, dat een preventieve Romeinse massage een probaat middel schijnt te zijn om doorligplekken te voorkomen.
Tja, dat zou kunnen zei de zuster, maar daar hebben wij hier hele speciale matrassen en bedden voor. Oh, zei ik, een speciaal bed, zuster?
Jazeker, meneer Folkerts, een zeer probaat middel zo'n .... spijkerbed.

vrijdag 19 april 2013

Sterk en Sociaal

Van oorsprong zou ik mij eigenlijk gewoon bij de PvdA thuis hebben moeten voelen, want ik kom uit een echt rood sociaal-democratisch nest waar de VARA-gids onder de richel van de televisie lag en de verzekeringen waren afgesloten bij de Centrale. Mijn vader was van oudsher aangesloten bij de handelsbond Mercurius en mijn beide ouders behoorden tot de vaste achterban van Joop den Uyl. De warme gevoelens voor de PvdA verdwenen bij mij met de komst van Wim Kok die als voorman van de partij direct de rode ideologische veren heeft afgeschud. Daarna is het, ondanks de goede bedoelingen van Spekman, nooit meer goed gekomen met de PvdA.

Hieronder heb ik een aantal maatregelen verzameld waarvoor de PvdA mede verantwoordelijk is als ondertekenaar van het regeringsakkoord met de VVD. Sterk en Sociaal was de verkiezingsleus, weet u het nog?

De PvdA wil aanpassingen in de Algemene Nabestaandenwet (ANW) door het recht op nabestaandenpensioen voor nieuwe gevallen na 1 januari 2014 tot maximaal één jaar te beperken. Na deze periode wordt verwacht dat nabestaanden weer volledig kunnen participeren in de maatschappij. Kennelijk denkt Jette Klijnsma dat mensen die een partner hebben verloren een ingebouwd knopje hebben waarmee ze hun verdriet na een jaar uit kunnen schakelen. "Nu genoeg gesnotterd, werken kreng" lijkt de onderliggende boodschap te zijn.

Door de geleidelijke verhoging van de AOW leeftijd blijkt dat sommige mensen die al met vervroegd of pre-pensioen zijn gegaan, te kampen hebben met een gat en dus verminderde inkomsten hebben doordat zij zich op het gewijzigde beleid in het regeerakkoord niet hebben kunnen voorbereiden. Klijnsma komt nu met een overbruggingsregeling voor alleen die mensen die minder in te komen hebben dan 150% van het wettelijk minimum. De overige groepen hebben gewoon het nakijken.

De PvdA werkt als regeringspartij mee aan een bezuiniging van maar liefst 75% op het budget huishoudelijke zorg. Hierdoor dreigen 100.000 banen in de thuiszorg te verdwijnen en komen eveneens duizenden mensen welke afhankelijk zijn van deze zorg zonder hulp te zitten. Alleen mensen die kapitaalkrachtig genoeg zijn om dit zelf te kunnen bekostigen kunnen hun huishoudelijke hulp behouden. Lekker sterk en sociaal!

Ten onrechte in gedwongen hechtenis, het niet ontvangen van voldoende juridische bijstand en het niet geven van de noodzakelijke medische zorg, het overkwam de Russische vluchteling Dolmatov in de Nederlandse vluchtelingenketen. Dit allemaal als gevolg van een hardvochtig asielbeleid waarbij de inspanningen gericht zijn op het zo snel mogelijk weer uitzetten van ongewenste vluchtelingen. Ook hiervoor draagt de PvdA als regeringspartij medeverantwoordelijkheid. Leek het erop dat de fractie van de PvdA in het verantwoordingsdebat met staatssecretaris kritisch was over het gebeurde, toen het er op aankwam en Teeven de onvoorwaardelijke steun van de PvdA fractie eiste waren de poppetjes weer gauw om. Gekozen werd voor de macht in plaats voor de eigen zwaarwegende principes als het gaat om mensenrechten.

Illegaliteit wordt mede door de PvdA strafbaar gesteld. Uitgeprocedeerde asielzoekers die niet terug kunnen of willen naar het land van herkomst worden de straat opgeschopt en vervolgens opgejaagd en als criminelen door de staat vervolgd.

Met ingang van 2013 krijgen ouderen volgens het regeerakkoord geen indicatie meer voor wonen en verblijf in verzorgingshuizen. De zorgzwaartepakketten ZZP 1, 2 komen te vervallen en ouderen met een indicatie voor ZZP 3 en 4 komen niet meer voor opname in een verzorgingstehuis in aanmerking. veel ouderen, waaronder ook veel dementerende mensen zijn dan voortaan op zorg in de eigen woonruimte aangewezen. In Haagse termen wordt dit eufemistisch 'extramuralisering' genoemd. Echter voor ouderen met deze zorgvraag betekent dit dat zij het wonen en verblijf voortaan zelf moeten betalen in plaats van dit via de AWBZ-aanspraak te ontvangen.
Inmiddels wordt met sociale partners gesproken over een afzonderlijk af te sluiten zorgakkoord waarin opgenomen wordt dat mogelijk de opname in een verzorgingshuis van ZZP 4 patiënten mogelijk blijft en de bezuinigingsmaatregelen voor het ZZP 3 pakket enigszins wordt verzwakt. Zeker is dat echter nog niet en dus blijft het onzekerheid troef voor de betrokkenen en dat nu al maanden en maanden lang.

dinsdag 16 april 2013

Bonuscultuur

Het college van B&W heeft ten behoeve van besluitvorming in de Gemeenteraad van 24 april aanstaande, een raadsvoorstel aangeboden om de Verordening op de Raadscommissies gemeente Oldambt 2011 op een tweetal punten aan te passen. De eerste aanpassing betreft de duiding van artikel 4 van deze verordening. Onduidelijkheid hieromtrent was ontstaan nadat de raadsleden Kötz en Hofstee de fractie van GroenLinks hadden verlaten om ter ere van eigen glorie en portemonnee verder te gaan onder de naam Progressief Oldambt. De vraag riep zich op of zij ook als raadscommissielid konden blijven functioneren maar dit is nu uitgezocht, niets staat hen meer in de weg en die duiding zal met een aanscherping nu worden verduidelijkt in de verordening. Het tweede voorstel gaat verder en betreft de bemensing van de commissies in het laatste jaar van de raadsperiode. De verordening bepaalt nu dat slechts commissieleden mogen worden benoemd die op de kandidatenlijst voorkomen van de partij die zij vertegenwoordigen. Het voorstel is nu echter om in het laatste jaar van de raadsperiode ook personen in de commissie te mogen laten opnemen die niet op een kandidatenlijst voorkomen. Indien de raad daartoe zou besluiten dan is dat een mooie extra bonus voor het moreel verwerpelijk gedrag van de groep Kötz/Hofstee. Immers zij zouden dan ins Blaue Hinein zomaar commissieleden mogen lanceren, zonder daar ook maar enige democratische legitimatie voor te hebben. Dat lijkt mij net iets teveel van het goede.

zaterdag 13 april 2013

En de Wereldbazaar dan?

Als je aangeeft dat je het een uitgelezen kans vindt dat er een Factory Outlet Center in het centrum van Winschoten moet komen, wat moet je dan vinden van de Wereldbazaar, een concept voor een soort Zwarte Markt waar onderneemster Petra van Gaanderen haar hele ziel en zaligheid aan heeft verpand om het binnen de gemeente Oldambt gerealiseerd te krijgen.

Dat moet er dus gewoon gaan komen in Winschoten, is mijn persoonlijke mening. Net als in Beverwijk zal zo'n centrum bezoekers van heinde en ver gaan trekken en in het geval van onze gemeente tot ver uit Duitsland. Is zo'n centrum dan niet een bedreiging voor de bestaande middenstand in Oost Groningen? Dat is kennelijk wel de angst van Handel en Nijverheid, de vereniging van winkeliers in Winschoten, althans voorzitter Jos Offenberg geeft aan niet op een dergelijk centrum te wachten. Is die angst terecht? Naar wat ik heb begrepen opent de Wereldbazaar haar deuren in het weekend met een sterke focus op de zondag, een dag dat de reguliere winkels nog niet standaard open zijn en dus ook geen rechtstreekse concurrentie van elkaar ondervinden. Bovendien, het oosters georiënteerde assortiment waar de bazaar zich op gaat richten wijkt grotendeels af van wat door de middenstand regulier wordt aangeboden. Als derde te onderscheiden verschil zie ik de doelgroepen waarop de Wereldbazaar en de reguliere winkels zich richten. De Bazaar trekt een publiek uit de wijde omtrek, zoals gezegd tot ver in Duitsland, die specifiek komen voor de sfeer en beleving van de markt. Dit publiek is een ander publiek dan de lokale bevolking die zich richt op het winkelassortiment van de plaatselijke winkeliers. Naar mijn oordeel bijten het initiatief en de middenstand in Winschoten elkaar dan ook niet.

Wel kan de Wereldbazaar Winschoten op de kaart zetten als een plaats dat iets te bieden heeft op het gebied van het consumentenvermaak. Het is juist de reguliere middenstand die daar een graantje van mee kan pikken. De werkelijke bedreiging voor de huidige middenstand komt vanuit de vele goedkoper werkende webshops op internet en de onder druk staande voorzieningen door de bevolkingskrimp en niet vanuit de initiatieven die het economisch tij in onze regio juist helpen te keren.

woensdag 10 april 2013

Outlet Center in Winschoten is juist een uitgelezen kans.

GroenLinks in het Oldambt is verbaasd om te moeten vernemen dat wethouder van Leeuwen veertien dagen geleden al bij voorbaat afscheid heeft genomen van een nog onofficieel voorstel van de provinciale VVD fractie om een Outlet Factory Center, zo mogelijk in Winschoten te vestigen. In tegenstelling tot zo'n centrum op een weiland in Zuidbroek, waarbij winkeliers in omliggende steden en dorpen het zwaar te verduren krijgen, kan een dergelijk centrum, geïntegreerd in een reeds bestaand koopcentrum het huidige winkelbestand aldaar versterken, aldus de fractie van GroenLinks in het Oldambt.

Door het concept enigszins te wijzigen en outlet-ondernemers onder te brengen in de huidige panden waar al leegstand is, bijvoorbeeld de Torenstraat, wordt de gehele stad Winschoten geholpen. De leegstand in de stad wordt ermee tot stilstand gebracht en bovendien versterkt het plan het huidige winkelbestand waardoor Winschoten zich weer kan herstellen tot een echt gezellig koopcentrum. Ook wordt de stad Winschoten in toeristisch opzicht optimaal op de kaart gezet. er zal sprake zijn van synergie want als bezoekers eenmaal in het centrum aanwezig zijn, zullen ze ook de overige winkels gemakkelijker gaan bezoeken. Een dergelijke ontwikkeling leidt dan ook tot meer werkgelegenheid terwijl naar verwachting de komst van een dergelijk centrum eveneens een impuls bij marktpartijen tot stand zal brengen om weer te gaan investeren in het karakteristieke handelshart van Winschoten. Wij snappen de Pavlov-reactie van de wethouder dan ook niet goed. Volgens de nog steeds actieve fractie (gedwongen buiten-parlementair) van GroenLinks valt er juist voor de gemeente Oldambt veel te winnen.

zondag 3 februari 2013

Filosofie

De laatste tijd houd ik mij, om tegenwicht te bieden aan de wereld van de cijfers en de statistieken, bij tijd en wijle iets meer bezig met de vraag achter de vraag ten aanzien van de meer fundamentele onderwerpen, die vanuit mijn perceptie een antwoord behoeven. Het betreft hierbij hoofdzakelijk onderwerpen over zingeving en dus vooral gelegen op het levensbeschouwelijke vlak. Dat klinkt zwaar en in combinatie met mijn onlangs gepubliceerde blog over de muziek van Bach, zou je kunnen gaan denken dat ik in een depressieve fase van mijn leven terecht ben gekomen. Een beeld dat ik zelf ver van mij wens te werpen, overigens.

Zo denkend over het denken, heb ik mijzelf wederom de vraag gesteld, wat filosoferen nu echt precies is. Een vraag overigens waarop ik het antwoord al kwam te weten aan het einde van mijn prille tienertijd. Ik stond toen voor het moment van mijn eerste serieuze afspraakje met een een, in alle opzichten goed ontwikkeld meisje en vroeg aan mijn erudiete en oudere steun en toeverlaat, wat te doen indien er stiltes tussen mij en haar zouden gaan vallen. Op wijze toon antwoordde hij mij; denk dan in een dergelijke situatie aan de drie F-s.  Food, Family en Filosophy.

Toen er later op de avond inderdaad wat ongemakkelijk aanvoelende stiltes vielen in de conversatie tussen mij en mijn nieuwe vriendin, dacht ik terug aan de wijze woorden van mijn oudere vriend en vroeg haar vol overgave: Hou je van Asperges? Na een korte ontkenning van haar zijde viel opnieuw de stilte in, maar ik liet mij niet uit het veld slaan en vroeg: heb je ook nog een broer? Wederom kwam er een ontkenning op mijn vraag en het gesprek, zo je dat al een gesprek mocht noemen, stokte opnieuw. Ik dacht terug aan de derde F, het toepassen van de filosofie en vroeg haar direct: En als je wel een broer zou hebben gehad, zou die dan asperges hebben gelust?




donderdag 24 januari 2013

Solidariteit en conservatieve linkse politiek

De Waddenzee bestaat uit vele ondieptes en zandplaten welke onderling van elkaar worden gescheiden door vele geulen en stromen. Geen dag is er hetzelfde. Het watersysteem kent een ongekende dynamiek. Het stelsel van geulen van vandaag kan er na een stevige herfst of voorjaarsstorm morgen totaal anders uitzien. Van tijd tot tijd is het dan ook nodig om de bakens die een vaargeul markeren te verzetten naar de nieuw ontstane situatie. Indien we zouden beslissen om alles bij het oude te laten dan zullen er ten gevolge van de dynamische veranderingen vroeg of laat schepen vast gaan lopen of mogelijk zelfs ernstige averij op gaan lopen.

Zo werkt het in onze hedendaagse maatschappij eveneens. Ik gebruik de analogie van de Waddenzee.graag om aan te tonen dat onze dynamische samenleving eveneens vraagt om het tijdig verzetten van de bakens. Doen we dat niet dan loopt ook de maatschappij op een gegeven moment vast en in het ergste geval lopen daardoor bepaalde groepen in onze samenleving schade op.

Kijken we naar politieke groeperingen, dan onderkennen we progressieve en conservatieve partijen, Tot de eerste groep behoren D66 en GroenLinks, welke in analogie met het voorbeeld van de Waddenzee op basis van de veranderende omgeving tijdig de bakens wensen te verzetten. In essentie dus vooruit willen en veranderingen of hervormingen niet schuwen, juist om te voorkomen dat de maatschappij vastloopt en averij zal gaan oplopen. Tot de tweede groep behoort ondermeer de SP, een partij die vooral wil vasthouden aan in het verleden behaalde rechten en verworvenheden.

Tot de verbeelding daarvan spreekt bijvoorbeeld haar 65 = 65 opstelling in de discussie om de AOW en pensioengerechtigde leeftijd, onder invloed van de stijgende levensverwachting, op te trekken naar 67 jaar, zodat ook onze jongeren op termijn nog aanspraak kunnen blijven maken op een betaalbaar pensioen of AOW. Niets doen aan de AOW of pensioengerechtigde leeftijd, zoals de SP dat wil, betekent dat de pot met als inhoud ons aller pensioen uiteindelijk verteert zal worden, waardoor ons huidige pensioensysteem op termijn vast zal gaan lopen. Hetgeen uiteraard ook voor de AOW geldt Als door deze houding dan de bodem van de pot in zicht is gekomen wordt de generatie werkenden die na ons komt daarvan het kind van de rekening. Zij lopen de averij op.

Als ik het geschetste behoudende gedrag, dat zo kenmerkend is voor een partij als de SP, projecteer op de oer socialistische waarde van 'onderlinge solidariteit' , dan kan ik helaas niet anders concluderen dan dat de uitgangspunten van de conservatieve linkse politiek daar behoorlijk haaks op staan.