vrijdag 10 mei 2013

De bus naar Beerta

Op de afdeling, waar ik moet verblijven tot aan het moment dat ik aan mijn voet geopereerd wordt, ligt een aantal kamers verderop een al wat oudere dementerende man. Gisteren overdag hoorden we hem al zingen, het gehele repertoire van 'hoog op de gele wagen' tot en met 'daar was laatst een meisje loos'.
De verpleegsters beleefden er wel plezier aan en zongen uit volle borst mee. Tussen het zingen door liet de oude man regelmatig weten dat hij met de bus naar huis wilde gaan. De verpleegsters hadden daarom besloten om tegenover de centrale afdelingsbalie een plakkaat tegen de muur te plakken met daarop de afbeelding van een bushalte met de bestemming Beerta. Daaronder hadden zij een comfortabele stoel neergezet, van waaruit hij, al wachtend op de bus, zijn oude jeugdliedjes ten gehore bracht.

Vanochtend om zes uur hoorde ik hem al met luide stem over de gang scharrelen maar de zuster wist hem uiteindelijk toch weer zijn bed in te praten, verwijzend naar het vroege tijdstip en de belofte dat hij er gelijktijdig met het ontbijt weer vanaf mocht. Later op de ochtend kregen wij plotseling visite van hem en kwam hij bij ons de zaal op. Vanuit een bruin verleden bracht hij ons, soms in herhaling, verhalen over zijn werk, eerst over zijn zware arbeid als landarbeider en later als medewerker in de productie op de kartonfabriek van Nieuweschans.
De oorlog was nog prominent aanwezig in zijn geheugen dat hem steeds vaker in de steek liet en met het snerpend geluid van een Duitse jager ondersteunde hij de onderschepping van een Engels vliegtuig boven de Carel Coenraadpolder, die juist zijn bommen naar Duitsland moest gaan brengen of had gebracht.

Hij verhaalde over thuis, hoe hij zijn eerst verdiende geld bij zijn moeder moest inleveren want zijn vader zat destijds in de werkverschaffing. Zo ineens -wellicht door deze herinnering aan zijn vader - had de beste man kennelijk een iets helderder ogenblik, want zonder schroom stelde hij vast dat zijn vader eigenlijk nooit geld had bezeten, maar - we schrokken er zelfs een beetje van - wel voortdurend last had gehad van een dikke ...., hetgeen volgens hem geconcludeerd kon worden uit de immer uitdijende gezinssamenstelling thuis.

Daarna droop hij weer af, want zo vertelde hij ons, hij moest nog mee met de bus naar Beerta.

Geen opmerkingen: