woensdag 5 september 2012

Het antwoord aan Jessica

Gisteren 4 september heb ik een ontvangen email van Jessica geplaatst. Vandaag publiceer ik het door mij gegeven antwoord op deze email. Jessica heeft onderstaande tekst inmiddels in haar inbox kunnen aantreffen.

Allereerst mijn dank voor je uitgebreide reactie. Ik vind het fijn om te vernemen dat mijn artikeltje over de stijgende zorgkosten iets heeft losmaakt bij jou als lezer van mijn weblog. Uiteraard is het stukje enigszins prikkelend geschreven, waarbij het fenomeen marktwerking bewust door mij is uitvergroot. Feit blijft dat ik als weldenkend mens ageer tegen het principe om marktwerking toe te passen op collectieve goederen, zoals energielevering, het openbaar vervoer, het onderwijs en dus ook de gezondheidszorg. Uiteraard weet ik ook dat ontwikkelingen, zoals zich in de achter ons liggende decennia hebben voltrokken niet meer terug te draaien zijn. In dat opzicht ben ik ook een realist.

Collectieve goederen en diensten zijn nu juist die producten die een ieder afneemt (bijvoorbeeld straatverlichting) en ook voor een ieder toegankelijk of beschikbaar behoren te zijn doch waarvoor we doorgaans niet altijd bereid zijn om de kosten individueel te willen dragen. Het kan ook zijn dat een collectief goed maatschappelijk zo van belang wordt geacht, dat - ongeacht de hoge kosten daarvan - het belangrijk wordt gevonden om het te blijven aanbieden. Een commercieel bedrijf zou een dergelijk product dan al gauw hebben afgestoten omdat het niet bijdraagt tot de winst, welke van belang is om de continuiteit van het bedrijf te kunnen blijven waarborgen. We kennen daar inmiddels genoeg voorbeelden van (bv. de onrendabele lijnen in het OV). Vanuit mijn optiek moet je ten aanzien van collectieve goederen dan ook voorzichtig zijn om dit naar de markt te gaan brengen en vaak is de beste garantie om een product onversneden te kunnen blijven aanbieden om het binnen het publieke domein te houden of te brengen.   

Natuurlijk heeft marktwerking ook voordelen. Het streven naar winstoptimalisatie zorgt er doorgaans voor dat producten kostenefficient worden aangeboden en dat er continue wordt gekeken naar de bedrijfsvoering en de omstandigheiden waaronder het product op de markt meedingt met vergelijkbare producten van andere aanbieders. Ik ben het dan ook met je eens dat het geen schande is om te bekijken of bepaalde (be)handelingen niet goedkoper kunnen worden aangeboden in een gespecialiseerder ziekenhuis of door clustering van bepaalde werkzaamheden. Een efficiente bedrijfsvoering zou ook de insteek moeten zijn bij producten of diensten welke door de overheid zelf worden gegenereerd. Daarover dus geen verschil. Het verzet van ziekenhuizen daartegen lijkt mij overigens een achterroede gevecht te zijn.  

Je voorbeeld over het inzetten op kwaliteit van het aanbod en het aanbieden van preventieve maatregelen (zoals het (mee)vergoeden van de fitness) waardoor de toestroom (de vraagkant) tot de zorg op termijn kan worden teruggebracht zodat de premies in de toekomst lager uit kunnen gaan vallen, zie ik ook. Aan de andere kant zie ik eveneens dat mensen met een zeldzame ziekte waarvoor een dure of buitenlandse behandeling of medicijnen vereist zijn, moeite hebben om hiervoor de kosten terug te kunnen declareren. Regelmatig moeten inzamelingsacties worden gevoerd om een patient een behandeling in het buitenland te kunnen laten ondergaan. Ik weet, het betreft hier niet de massa doch het verschijnsel met de onrendabele lijnen in het OV zien we hier in een andere gedaante toch weer in terug.  

Je beeld over de machtspositie van artsen binnen een ziekenhuis deel ik. De situatie van een voor eigen rekening en risico werkende specialist of zij die samenwerken in een afzonderlijke maatschap en zich duur laten inhuren door een ziekenhuis, is eveneens een uitwas van de marktwerking. In mijn optiek zouden we daar ook weer vanaf moeten. In feite behoort een specialist net als een verpleegster op de payroll van het ziekenhuis thuis. Immers een ziekenhuis is een met algemene middelen betaalde instelling, waarbij het niet past om aan de uitgavenkant geconfronteerd te worden met torenhoge declaraties van medisch personeel dat begiftigd is geraakt door persoonlijk gewin. Natuurlijk mag ook in loondienst een salaris worden betaald dat overeenkomstig is met de prestaties die worden geleverd. Daar heb ik, net als jou niets op tegen. In hoeverre de beroepsgroep ook invloed uitoefent op het toelatingsbeleid van universiteiten en daarmee de schaarste aan specialisten in stand houdt, weet ik niet. Ik heb daar geen zicht op. Als dat werkelijk zo is, dan ben ik van mening dat daar dan een einde aan gemaakt zou moeten worden.

Ik ben niet tegen commerciele en dus (overwegend) private bedrijven. Hier wordt immers ook ondernemers- en afbreukrisico gelopen. Dat rechtvaardigd een goede beloning, zeker als de verantwoordelijkheid en de risico's groot zijn. Ook Roemer vertelt een verhaal dat bij zijn achterban als zoete koek naar binnen moet glijden en het is natuurlijk verkiezingstijd. In instellingen waar de belastingbetaler de bedrijfsvoering mogelijk maakt, past een zekere mate van bescheidenheid en mag een directie of ziekenhuisbestuur eveneens ruimhartig worden beloond doch nooit buitensporig. De verantwoordelijkheid van een instellingsdirecteur kan nooit groter zijn dan de verantwoordelijkheid die de minister-president voor ons land heeft te dragen. Daar past dan ook een salaris bij dat nimmer over die van de mp-norm (v/h Balkenendenorm) mag gaan. Ik ben het met je eens, alleen daar een restrictie opleggen zal de stijgende kosten in de zorg niet beteugelen. In mijn optiek is het een combinatie van vele maatregelen die bij elkaar die voor een substantiele omslag zouden kunnen gaan zorgen. Immers iedere dag een draadje maakt uiteindelijk een hemdsmouw.  

Met vriendelijke groet en nogmaals bedankt voor je uitgebreide reactie,

Herman Folkerts 

Geen opmerkingen: