dinsdag 1 april 2014

Dubbel pech

Op zaal heb je elkaar maar te nemen zoals je bent. Je medepatienten kies je uiteindelijk niet zelf maar worden je door het lot toebedeeld. Zo ook van Schie. Last van de urinewegen, inmiddels geholpen en wachtend op een heldere kleur in het zakje van de katheter om dan vervolgens naar huis te mogen gaan. Vanuit het verleden wordt van Schie behept met enkele mankementen waarvan de epileptische aanvallen de meest ernstigste zijn. Als de geest ontspant wordt van Schie soms overmand door spontane slaap, ook overdag. Tijdens de slaap kan hij soms ongecontroleerd gaan schreeuwen of om zich heen gaan slaan. Zijn vrouw had ons er vooraf al een beetje voor gewaarschuwd.

Vanmorgen na het ontbijt waren we allemaal nog een beetje in onszelf gekeerd, ikzelf lag op bed en luisterde naar muziek via de IPad, de anderen lagen ook nog wat te soezen op het bed. Van Schie had dit onbewaakte moment aangegrepen om voor zichzelf een lekker shaggie te gaan bouwen, aan te steken en er zonder al teveel scrupules met volle teugen van te genieten. Dit alles buiten onze directe waarneming totdat vrij onverwacht de koffiedame met haar karretje de zaal op kwam rijden. Paniek alom. "Meneer van Schie, ligt u daar nu te roken? wilt u die sigaret onmiddellijk uitmaken". De eerst verantwoordelijke zuster werd erbij gesleept en van Schie kreeg als een kleine kwajongen onder uit de zak. Enigszins beteuterd werd het sigaretje door hem gedoofd. We hebben er smakelijk om moeten lachen en plaagden hem als bij het uitdelen van de medicijnen door ons gevraagd werd of er ook nicotinepleisters voor van Schie bij waren.

Het bloed kruipt toch waar het niet kan gaan. 's-Middags werd de jas door van Schie uit de kast gehaald, het infuus inclusief de urinezak in stelling gebracht om op reis te gaan en even later vertrok hij met de lift naar beneden richting de ingang van het ziekenhuis. In onderbroek en met blote benen, wel te verstaan. Jas daar bovenop. De lokroep van de sigaret was hem te sterk geworden. Het vlees daarentegen te zwak. Na een tijdje weggeweest te zijn kwam van Schie de zaal weer oplopen. Op mijn oprecht geïnteresseerde vraag of het sigaretje hem had gesmaakt antwoordde hij enigszins teleurgesteld; Nee man, niks gehad, ik was die verrekte aansteker vergeten.

Geen opmerkingen: