woensdag 14 april 2010

De politieke desinteresse van jongeren nader verklaard.

Soms neem ik de moeite om uit mijn boekenkast een reeds vergeeld economisch of politiek boek ter hand te nemen en terug te lezen wat de gangbare opvattingen waren ten tijde van het verschijnen van de desbetreffende publicatie. Zo heb ik nu een verhandeling - Lastig Links, 1976 - van de PvdA econoom Hans van den Doel herlezen, welke in het begin van de jaren zeventig, vorige eeuw, samen met Jan Nagel ( inderdaad de later op drift geraakte Jan Nagel van Leefbaar Hilversum en Pim Fortuijn) initiatiefnemers waren van de Nieuw Links beweging binnen de PvdA.
Van den Doel analyseert een aantal maatschappelijke ontwikkelingen in de periode van grofweg halverwege de jaren zestig tot medio zeventiger jaren en maakt ondermeer zichtbaar waarom de jongeren zich in toenemende mate niet meer betrokken voelen bij de politiek. Het is naar mijn mening interessant om die analyse, ruim dertig jaar na dato, nog eens opnieuw onder het voetlicht te brengen.

Van den Doel stelt, na hiervoor een onderzoek van drs. A. Hoogerwerf te hebben aangehaald: ” De jongeren voelen een machtig front van specialisten boven zich, dat werkt aan ingewikkelde en moeilijk te begrijpen compromissen. Midden in de chaos van percenten, wetten, hoogconjuncturen en bestedingsbeperkingen lijkt het, alsof er geen duidelijk ideaal meer is om voor te vechten.” Van den Doel gaat verder en schrijft: “En als er geen wezenlijke kwesties tot inzet van de politieke strijd worden geproclameerd, dan vindt het grootste deel van de jeugd de politiek oninteressant en laat het afweten. Er ontstaat onbenul en apathie: een bedreiging voor de democratie.”

De analyse, die wat mij betreft ook gisteren had kunnen worden gemaakt, gaat verder en geeft aan dat: “ de politiek bewuste jongeren natuurlijk ook de vervaging van de politieke tegenstellingen hebben geconstateerd en zij reageren op datzelfde verschijnsel precies omgekeerd en gaan de vervaging te lijf met een toenemend extremisme. De jongeren polariseren tot radicaal links of tot extreem rechts. Dit radicalisme is niets anders dan een noodzakelijke reactie op het gebrek aan inspiratievermogen van de officiële politiek”, zo stelt van den Doel vervolgens vast.
Als toetje constateert hij: "De politieke jongeren vervullen in dit opzicht een avant-gardistische rol. Ze zeggen hardop wat er onbewust in een veel grotere groep kiezers leeft." Van den Doel verwijst tenslotte naar één van de conclusies van de eerder aangehaalde drs. Hoogerwerf die stelt dat berekeningen overigens hebben aangetoond dat het gehele kiezerskorps zich (onbewust) polariseert. De analyse van ruim dertig jaar geleden heeft er, wat mij betreft, niet erg ver naast gezeten, zo mogen we, met de kennis van nu, best wel vaststellen

Geen opmerkingen: